Eens in de maand sluip ik door een krantenhal langs een achterafplek op zoek naar een nieuwe aflevering van mijn geheime tijdschrift.
Het verschijnt slechts vier maal per jaar en ik heb nagenoeg alle 110 nummers.
Thuisgekomen smokkel ik het naar mijn kamer en ben er vervolgens een uur zoet mee.
De in het Nederlands vertaalde Engelse uitgave vergelijkt iedere foto die in WO2 is genomen met de huidige situatie.
Nauwgezet wordt elke oorlogshandeling in tekst en plattegrond gereconstrueerd.
Maar het gaat om de foto?s. Van toen en nu.
De geallieerden trekken door een Frans dorpsstraatje en de recente vergelijkingsfoto toont de huizen die ?erbij waren?. We weten nu wat de ramen gezien hebben.
Soms is de nu-foto veel moeilijker te situeren. Een tankcolonne trok toen door een landschap dat ingrijpend is veranderd en nu alleen aan de hand van een flauwe heuvelrug nog kan worden getraceerd.
Met wat een hartstocht en inspanning moet dit blad zijn gemaakt. Zouden de redacteuren zichzelf een zinnig doel hebben gesteld?
Ik begrijp van mijzelf volstrekt niet, waarom ik ingespannen op die foto?s zit te turen.