|
- Het is weer paardenbloem. Ben ik blij mee. Ik vond paardebloem maar niks.
- Ik zal je ?s wat zeggen: ik wist niet dat het paardebloem was.
- Nee? Man! Sinds jaar en dag schreven we paardebloem. Ik heb er nooit aan kunnen wennen. Er bleef iets ontbreken. Een defect woord, paardebloem. Paardenbloem is mooier, natuurlijker, helemaal af.
- Heb jij in de afgelopen tien jaar dan ooit het woord paardebloem moeten schrijven?
- Nooit. Maar nu, om de nieuwe spellingsregels aan mijn mensen uit te leggen, ga ik het woord paardenbloem weer lekker veel gebruiken.
- Tien jaar geleden stond de pannenkoek centraal. Hebben we de pannekoek ook weer teruggekregen?
- Eh... Nee, volgens mij blijft het pannenkoek.
- Jammer. Wat zal ons favoriete pannenkoekenrestaurant de smoor in hebben.
- Waarom?
- Ze zijn vegetarisch en ze hebben een paardebloemenpannenkoek op het menu staan.
- Niet waar! Dat verzin je!
- Moet op al die kaarten veranderd worden in paardenbloemenpannenkoek. Ja, op papier is het een mooier woord, met al die n?s.
- Hou ?s op met die flauwenkul, wil je?
|