Vanmiddag vertrok de Norfolkline, de veerboot op Engeland, na ruim veertig jaar, voor het laatst uit Scheveningen.
Ruim tweeduizend Hagenaars en Scheveningers zwaaiden de vertrouwde blauwe zeereus uit.
Net als de meeste aanwezigen heb ook ik me nooit ingescheept voor een oversteek. Maar het was vanaf het strand een mooi gezicht als aankomende en vertrekkende blauwe boten elkaar even buiten de haven passeerden.
Het gaf de badgasten het idee dat Scheveningen wel degelijk een haven van betekenis was en het leverde de papa's een spannend verhaal voor de kinderen op. Ook kon er op een havenhoofd gezwaaid worden naar de donkere matrozen (Filipino's en Indonesiërs).
Wat de gebeurtenis vanmiddag minder dramatisch maakte:
het schip verdween niet als een stipje aan de einder - even buiten de haven, maakte het een scherpe bocht naar het zuiden, met eindbestemming Vlaardingen, de nieuwe vestigingsplaats.
Op Scheveningen is nu een enorm terrein vrijgekomen en wat gaat daarmee gebeuren?
Wordt een voor iedereen vrij toegankelijk prachtig duinpark aangelegd?
Ha ha, ha ha ha.
De plannenmakerij zou wel eens veel dramatischer voor Scheveningen kunnen aflopen, dan het vertrek van de blauwe boot.
De ontwikkelaars en investeerders wrijven zich in de handen.
Komen er drie hoge torens, wordt een 'dorpje met kronkelige wegen' aangelegd, een vijfsterrenhotel met zwembad, of mag Pierre Wind er zijn Smaakpretpark vestigen?