Boerderij ?t Nijhuis ligt in het Woold, een buurtschap bij Winterswijk.
Mijn ouders kwamen er al in de dertiger jaren en sloten vriendschap met de boerenfamilie Stemerdink.
Ik ging als driejarige voor het eerst mee en tot mijn vijftiende heb ik er vele zomervakanties doorgebracht.
Ik koester levendige herinneringen aan deze ?totaal boerderij? - er waren koeien en pluimvee, er werden diverse graansoorten verbouwd, er was een grote moestuin en een boomgaard. Bestaat zo?n gemengd boerenbedrijf nog ergens?
In het boek Schoftentuig heeft mijn alter ego Walter de Rochebrune zijn herinneringen - die dus de mijne zijn - als volgt verwoord:
?Ik heb weet van een wereld die nog heel en ongeschonden is. Ik zie... een boerderij in het onbedorven groen van de hele wereld. Ah! Het is de boerderij van mijn jeugd.
De Achterhoek... de zomervakanties met mijn ouders op de boerderij. De moestuin, de boomgaard, de kippen, het omwassen van de melkbussen, de knapperende houtblokken in het fornuis, de bruin-gele vliegenvangers aan het plafond van de keuken, het ochtendlicht door het raam van de opkamer, het gesnuif van de koeien op de deel, het gegil van de varkens en hun gebonk tegen de troggen tijdens voedertijd, de blauwe koffiekan van de boerin die rondgaat in de rusttijd van het maaien, de korenschoven in groepen van tien, mijn hand geborgen in de grote eeltige hand van oudste zoon Jan aan de ploeg, de dampende kont van het paard.
Ja, ik herinner mij de ongedeelde boerderij en daarom mag ik vergelijken. Moordenaars!... Schoftentuig!.. De boeren van nu hebben slechts contact met de dieren via het beeldscherm van hun computer! Koe 418 moet zijn opfokpreparaat nog naar binnen werken! Varken 803 zet de enige stapjes in zijn te korte bestaantje als hij de vrachtwagen in wordt geslagen, die hem als levend slachtvee naar Duitsland transporteert.?
Voor mijn gevoel lag Winterswijk zeer ver weg van Den Haag, een uitputtend lange dagreis. Op Bieslog schreef ik er het stukje Op Wereldreis over (zie dossier Autobieografisch, 14 juli 2003).
In 1982 maakte ik die reis in anderhalf uur opnieuw, samen met een filmploeg, en zag ik na tientallen jaren de boerderij weer terug.