Ik bewaar veel van die verslagen. Vooral zomervakanties hebben mij tot vaak uitbundig verluchte dagboeken aangezet.
Als ik het Limburgse zomerkamplogboek doorblader, verbaas ik me over de uitvoerigheid. Wat een tijd is er besteed aan het schrijven tekenen en plakken! En wat een ongelooflijk brave avonturen worden hier vastgelegd.
De week in Epen blijkt totaal verregend - het water komt zeven dagen en nachten met bakken uit de hemel, maar op elke bladzij wordt blijmoedig verslag gedaan van fietstochten naar een modelsteenkolenmijn, een forellenkwekerij en de Sint Pietersberg. En de pannenkoekendag en de bonte avond waren weer ?zeer geslaagd?.
De observaties behoren bepaald niet tot de oorspronkelijkste:
?Valkenburg is een plaatsje, dat wemelt van de touristen. In de binnenstad is het compleet een bijenkorf. De bevolking leeft ook v.n.l. van het tourisme.?
En als het een beetje spannend dreigt te worden - een tocht per kabelbaan! - is de toon tamelijk koel:
?Het duurde maar vrij kort, doch de gewaarwording is wel leuk.?
De nog altijd groeiende verzameling logboeken, toegangskaartjes, brieven, knipsels en ansichtkaarten van uw hoofdredacteur is opgeborgen in zeventig kartonnen archiefdozen en vormt zo langzamerhand een geduchte sta in de weg.
Waarom moet deze oude troep zorgvuldig bewaard?
Ik weet het niet. Ik zou mijn papieren verleden nu nog niet kunnen missen. Denk ik.
Maar eens, op een mooie lentedag, zullen de dozen uit het open zolderraam naar beneden worden gekieperd en afgevoerd in een grote grofvuilcontainer.
Geeft niet. Ik kan er dan niet meer wakker van liggen.