Uit de oren van meneer Foppe liepen lange dunne draden naar een grijs technisch kastje waarop lampjes aan en uit floepten. Op het computerscherm verschenen blauwe en rode grafieken van meneer Foppe?s hoorvermogen.
?Hoort u deze pieptoon??, vroeg de mevrouw van de brillenwinkel, afdeling gehoortoestellen.
?Nee, helaas niet, het spijt me zeer?, zei meneer Foppe.
?Nee, juist goed. Komt helemaal overeen met de audiotest?, zei de oormevrouw lachend.
?O, wat fijn!?, lachte meneer Foppe voorzichtig mee.
Meneer Foppe paste zijn nieuwe gehoorapparaatjes.
?In feite zijn het kleine computertjes, met de nieuwste technologie,? was hem uitgelegd, ?ze kunnen worden geladen met diverse programma?s, naar uw eigen wensen. Minder achtergrondlawaai, beter muziek luisteren... het kan allemaal worden ingevoerd.?
Meneer Foppe zei maar niet dat hij slechts één wens had: dat zijn buren nooit meer zouden klagen dat ze zo?n last van hem hadden.
Want op een zeer kwade dag was hij aangesproken door de benedenbuurvrouw, toen hij na het boodschappen doen met haar in de lift stond.
?U bent toch de meneer van boven ons??, had ze gevraagd.
Meneer Foppe dacht van wel.
?Ach, zoudt u uw tv wat zachter kunnen zetten, we kunnen het beneden soms woordelijk verstaan.? Ze zei het zonder een spoor van boosheid, maar ze lachte er niet bij.
Meneer Foppe schrok zo hevig dat hij alleen licht stotterend kon uitbrengen:
?Ach... Uiteraard... Eh... welzeker.?
Drie weken lang keek hij televisie met het geluid zó zacht afgesteld dat hijzelf, met de handen achter de oren, het Journaal nauwelijks volgen kon.
Toen besloot hij naar zijn huisdokter te gaan. Misschien waren zijn oren verstopt en moesten ze worden uitgespoten. Meneer Foppe werd misselijk van de gedachte, maar hij meende zich te herinneren dat moeder wel eens had gezegd: ?Even de oren uitspuiten, zo gebeurd, stelt niets voor.?
Het kostte nog een week voor de afspraak was gemaakt, want gedurende een paar nachten was hij wakker geschrokken omdat hij droomde van de prop viezigheid die tijdens het spuiten uit zijn oren was geschoten, tegen de muren van de spreekkamer op.
Het gesprek met de huisdokter viel erger uit: hij moest naar een KNO-arts voor een uitgebreide audiotest.
?Niet best, meneer Foppe,? zei dokter, ?dat u nog iets verstaat van wat ik zeg...?
?Ja, ?t is zeker pech?, zei meneer Foppe.
Het was nu weken later en de technische hoogstandjes op hoorgebied zaten op hun plaatsen. Meneer Foppe wist niet wat hij meemaakte. Als de oormevrouw met papier ritselde leek het een grote bosbrand, toen ze het dekseltje van het reinigingssetje dichtklapte, ging er een pistoolschot af.
?De blauwe is voor links, de rode voor rechts?, legde de oormevrouw uit. ?En u krijgt er ook een afstandsbediening bij - twee piepjes is programma twee, drie piepjes programma drie en...?
Meneer Foppe luisterde met een half oor.
Hij had al besloten zijn nieuwe oren alleen te gebruiken voor tv-kijken. De wereld - wist hij nu al - komt veel te dichtbij als je goede oren hebt.
Even bewolkte zijn gezicht.
Stel je nu eens voor dat hij in een winkel of op straat de oormevrouw zou tegenkomen en zij zou vragen ?of ze bevielen? en zij zou erachter komen dat hij de apparaten niet inhad? Dat zou heel onaardig lijken.
Nou ja, hij kon doen of hij haar niet zag. Of hij hele slechte ogen had.