Bieslog - Een stadje van niets
  Klik op de hut voor bezichtiging


  webcam in redactielokaal (werkt niet meer)

 Hoofdredacteur Wim de Bie leest alle reacties - redactie@bieslog.nl

Url = verwijzing naar andere site

beluister = hoorspel, reportage, geluidsact

Video = filmpjes

= bijlagen
De foto's zijn vergrootbaar tot de originele afmetingen.








vrijdag 5 oktober 2007 13:16  verstuur

Een stadje van niets

Beeldvergroting: \'...een reusachtig leeg plein...\'
'...een reusachtig leeg plein...'
Beeldvergroting: \'...een gigantisch gemeentehuis...\'
'...een gigantisch gemeentehuis...'
Beeldvergroting: \'...zo verheugd op een broodje garnalen...\'
'...zo verheugd op een broodje garnalen...'

Ik moet er nodig 's uit, bedacht ik me gisteren, weg uit dat bedompte redactielokaal, het land in, 'iets meemaken' en er verslag over uitbrengen.

Waar zou ik heengaan? Als elke plek in Nederland in aanmerking komt voor een bezoek, is het land plotseling erg groot.
Ik besloot de Methode Bril te volgen.
Volkskrantcolumnist Martin Bril begeeft zich regelmatig naar 'zomaar een plek' in het land, die hij vervolgens nauwgezet beschrijft. Een straat, een rotonde, een gehucht - Bril maakt van de meest onaanzienlijke, gewone plek een columnistisch hoogstandje.

Onlangs was ik nog aangenaam getroffen door zijn beschrijving van Goor, een plaatsje in Twente (lees 'm even via de link hieronder).

Een karakteristieke Brilalinea:

'In Goor is niets.'

Bril treft in Goor een reusachtig leeg plein aan, omzoomd door een gigantisch gemeentehuis, een supermarkt en een evenementencentrum. En er staat een viskraam, die gedreven wordt door de gebroeders Verdriet. Bril eet een broodje garnalen gezeten op een van de moderne bankjes langs het immense plein.

Dat wilde ik ook zien: een plaats waar 'niets is'.
Bril had ook geen boetiekjes, galerietjes en pittoreske pandjes kunnen ontdekken. Goor moest een oase van rust zijn te midden van alle stadjes en dorpen die teveel van hetzelfde hebben.
Ik zou daar wel willen wonen, in een stadje van niets waar niets is.

Anderhalf uur later reed ik Goor binnen. Ik vond met moeite plaats voor mijn auto op een immense parkeerplaats.
Ik vroeg een voorbijganger naar het Grote Plein van Goor. 'Daar staat u op', zei de vriendelijke Gorenaar.

Waarom heeft Goor zo'n enorm plein?, vraagt Bril zich in zijn column af - 'het is zo groot dat alle 13.000 Gorenaren er met gemak op kunnen zitten'.
Ik weet nu het antwoord op die vraag: alle Gorenaren kunnen er met gemak hun auto kwijt.
Bezocht Bril Goor op een donderdagmiddag, als de vrijdagmarkt nog moet worden opgebouwd en het verboden is te parkeren op het Grote Plein?

Ik had me zo verheugd op een broodje garnalen van de gebroeders Verdriet, maar hun zaak bleek gesloten.

Toen ik de gang onder het ultramoderne stadhuis door was gelopen, kwam ik op een veel kleiner pleintje uit, waar het wemelde van de boetiekjes en galerietjes, een terrasje en een Bruna. Goor heeft zelfs een Blokker en een Scapino.

De wens is de vader van de gedachte. Ik denk dat Martin Bril dolgraag de ultieme nietsplek in Nederland zou willen vinden, een plek die niets is en niets heeft.
Maar die bestaat niet. In Goor is niet veel, maar niet niets.

Terug in het redactielokaal leer ik uit de Wikipedia dat Goor de geboorteplaats is van Rutger Kopland, Bert Haanstra en Tommy Wieringa. Ook geen namen van niets.