Zo langzamerhand moet ik gaan toegeven dat ik veel fouten in mijn leven heb gemaakt.
Pijnlijke tekortkomingen, schrijnende lompigheden, ze rijen zich aaneen.
Ja, zeker ook op liefdesgebied (want dat willen jullie toch het liefste horen).
Sinds vanmiddag weet ik dat het in het begin al helemaal niet goed zat.
Eerder heb ik al verteld hoe ik een eerste schriftelijke liefdesverklaring heb achtergelaten op het huis aan de Laan van Meerdervoort waar Wiesje Parlevliet woonde, een meisje uit mijn klas.
Hoe ik op het betonnen dakje boven de buitendeur van haar flatgebouw met onbeholpen hanenpoten had geschreven:
kut
lul
Decennia later waren die woorden nog leesbaar en kon ik er een foto van maken (zie afbeelding: Liefdesverklaring 1, of tik in de linkerbalk de zoekterm Liefdesverklaring in).
Ik vond het wel een stoer verhaal, geloof ik. Op etentjes en feestjes liet ik de foto regelmatig zien, in de hoop dat de aanwezige dames zouden denken: zo, dat kereltje stond al heel vroeg zijn mannetje!
Vanmiddag kwam uit een vergeten archiefdoos een met potlood beschreven velletje papier tevoorschijn (afbeelding: Liefdesverklaring 2).
2-10-?48
Ik, Louise (Carolina) Margaretha, Carolina
verklaar aan
Wim de Bie
openlijk dat ik hem liefheb!
Dat de Liefde wederkerig
moge zijn.
Hierbij teken ik,
zeer achtbare liefst lieveling
Wies Parlevliet
Wat me nu al uren bezighoudt, is de mogelijke volgorde waarin de verklaringen zijn uitgewisseld.
Heeft eerst Wiesje haar papier in mijn jaszak gestopt en reageerde ik met mijn schandelijke agressieve twee drieletterwoorden?
In dat geval moet ik een psychiater zoeken, die mij alsnog uitleg kan verschaffen.
Of ontdekte Wiesje mijn tekst boven haar voordeur, waarna ze haar hartstochtelijke brief is gaan schrijven.
Als dat zo is, vraag ik of Wies, mocht ze dit stukje onder ogen krijgen, mij eens wil e-mailen.
Omdat ik me niet kan herinneren dat het tussen ons iets is geworden, vrees ik dat de eerste volgorde de waarschijnlijkste is.
Goed, we waren acht jaar, ?het leven moest nog beginnen?, maar zo?n begin is belangrijk (zal de psychiater mij ongetwijfeld uitleggen).
Van Wiesje heb ik nooit meer iets gehoord, maar ik vermoed dat het met haar wel goed is gegaan. Ik hoop het zo.