De tekst werd rechtstreeks op het stencilpapier getikt. Dat werd om een trommel gespannen, papier en inkt toegevoegd en door aan de slinger te draaien, dwarrelden de duplicaten uit de machine (zeer kort door de bocht samengevat).
Gestencild drukwerk - ik ben er mee opgegroeid.
Op mijn achtste kreeg ik mijn eerste gestencilde maandblaadje uitgereikt (van de Padvindersgroep). Na vijf jaar werd ik tot hoofdredacteur van De Rimboejager benoemd.
In de redactie van het gestencilde schoolblad Daltonklanken klom ik op van jongste bediende tot hoofdredacteur.
En daarmee trad ik in de voetsporen van mijn vader, die decennialang hoofdredacteur is geweest van Het Lichtpunt, het gestencilde personeelsorgaan van zijn kantoor, het GEB. (Typisch Haags: een gestencild blaadje een ?orgaan? noemen.)
Een eigen, kostbare stencilmachine hebben we nooit bezeten. De kopij van de schoolkrant brachten we naar ?een stencilinrichting'. De baas zei dat hij er ?iets moois van zou maken?. Daar ter plekke kon je dan nog wat illustraties toevoegen, door met de kraspen rechtstreeks op het stencil te tekenen.
Ach, wat een lekker gevoel gaf het, als de 600 exemplaren waren uitgereikt en je zag hoe de leerlingen jouw krant in de gangen stonden te lezen.
Het stencilen is volgens mij een ondergewaardeerd, ja, vergeten hoofdstuk in de geschiedenis van de drukkunst. Er wordt ten onrechte op neergekeken.
Decennialang, tot ver in de jaren zestig (Provo!) en zeventig, was het stencil een snel en betaalbaar middel ter verspreiding van het ?gedrukte? woord.
Vlugschriften, programmaboekjes, manifesten, verenigingsbladen en scripties - miljoenen stencilwerken liggen in kasten en op zolders te vergelen.
Er zou eens een tentoonstelling aan moeten worden gewijd. (In Museum Meermanno?)
De titel mag best een beetje sjiek:
Het Stencil - The Poor Man?s Print Art.
Internet heeft de functie van het stencilen geheel overgenomen. Er is in Nederland niet één school of vereniging zonder eigen site.
En door mezelf hoofdredacteur van Bieslog te noemen is de cirkel rond.