In een aanval van opruiminisering heb ik mijn fax bij het grofvuil gezet.
Zelden zette het apparaat zich, na de korte introductiebel, nog in beweging.
Er rolde op maandagmorgen wel eens een weekmenu van een plaatselijk afhaalcentrum uit, maar vanmorgen bleef het bij gerommel en gepiep in de buik van de vergeelde kast.
Er bleek nog een rol papier in het binnenste aanwezig, zodat ik de diagnose aandurfde: ?apparaat overleden?.
Ach, wat waren we opgewonden, Kees en ik, toen we in 1987 de showroom van een firma in kantoorapparatuur op een veraf industrieterrein bezochten.
Na een demonstratie van het wonder van de fax hadden we er allebei meteen een besteld.
We stonden al met één been in de jaren negentig, vonden we en de plannen borrelden op.
We zouden dagelijks heftig over en weer gaan faxen, wat zou leiden tot - daar waren we van overtuigd - Het Eerste Fax Boek Ter Wereld.
De grote bak werd een week later door een installateur binnengedragen en aangesloten.
Die employee zagen we maandelijks terug, want we hadden ook een peperduur servicecontract getekend.
?Deze techniek vergt gedegen onderhoud - het schoonhouden van de inktrollen en zo - en daar hangt een prijskaartje aan?, had men ons verzekerd.
Het boek is er niet gekomen, maar we wisselden er veelvuldig teksten en knipsels mee uit. Eerst met elkaar, daarna met vele anderen, want de fax werd in korte tijd razend populair.
De grote bak met onderhoudsmonteur werd vervangen door een klein kek model ?telefooncentrale?, die naarmate het facsimiléverzenden per computer veel makkelijker werd, stiller en stiller viel.
Ik vond het toch moeilijk afscheid te nemen.
In de geruststellende wetenschap dat mijn scanner ook eventueel kan faxen - maar aansluiten doe ik ?m niet - heb ik de banden met het stopcontact en de telefoonaansluiting verbroken.