|
Klop, klop. - Binnen.
- Dag dokter.
- Ah, meneer Van den Aaienmaar, bent u daar weer? Heeft de griepprik niet geholpen?
- Ja hoor, dokter, geen klachten. Maar ik wilde vragen of u mijn leven zou willen beëindigen.
- U heeft er geen zin meer in, meneer Van den Aaienmaar?
- Ik zie zó tegen de feestdagen op, dokter. Al die gezelligheid, dat geschrans en gezuip... nee, ik wil het niet meer meemaken. En nu heb ik gelezen dat u patiënten wilt helpen die lijden aan het leven.
- Nou, dat is een advies van een commissie. Waar ik overigens helemaal achtersta. Als mensen zeggen: ik ben klaar met het leven, dan moeten die geholpen worden.
- En ik ben er na vierenveertig kerstmissen helemaal klaar mee, dokter. En weet u wat het ergste is? Dat mijn vrouw met rood lint banen op de ramen heeft geplakt, in de vorm van glas-in-lood-ruitjes.
- Alleen op de ramen van de voorkamer?
- Nee, op de ramen van het hele huis, dokter.
- Nu moet ik even doorvragen, meneer Van den Aaienmaar, vanwege de zorgvuldigheid: heeft uw vrouw ook spuitsneeuw gebruikt?
- Ja! Zo erg! In de hoeken van die ruitjes heeft zij kunstsneeuw gespoten.
- Papieren klokken, meneer Van den Aaienmaar?
- Hele grote, dokter, in het midden van elk raam.
- En hoe is de situatie op de vensterbanken?
- Daar staan voor het zoveelste jaar weer de kandelabers met die treetjes - kaarsen van laag tot hoog en dan weer naar beneden. En dan in de kamers... achter elk schilderij is dennengroen gestoken en...
- Nee, nee, ik weet al genoeg, meneer Van den Aaienmaar, u lijdt zeer ernstig aan het leven. Ik schrijf u een sterk kuurtje voor van 1 tablet, eenmaaldaags in te nemen en u hoeft het allemaal niet meer mee te maken.
- Dank u wel, dokter. Wat is het toch fijn dat eruit stappen in Nederland zo makkelijk is geworden. Prettige dagen, dokter!
- Rust zacht, meneer Van den Aaienmaar.
|