Het was vanochtend koud, donker en vochtig. De twee mannen die ik op het marktplein lopend passeerde, waren er niet op gekleed. Ze droegen zwarte, strakke broeken tot op de knie. Strak? Pantystrak. Wielrennersbroekjes waren het. Met duidelijke billen en delen.
Hun t-shirts, respectievelijk geel en paars, werden over de borst gekruist door de draagriemen van hun identieke grijze schoudertassen.
Ze trokken allebei een rechthoekig zwart vliegtuigkoffertje op wieltjes achter zich aan. Alleen handbagage. Ervaren reizigers.
De man in het geel droeg een rode cap met forse klep.
Op het hoofd van zijn paarse vriend torende een vrolijke, met een band om zijn kin gebonden puntige, veelkleurige SOMBRERO.
Ze liepen met haastige pas, de plassen regenwater ontwijkend, in de richting van het station en hun Schipholverbinding.
Thuis hadden ze zich al gekleed op een veertiendaags verblijf op de rand van het zwembad van een hotel in Marokko of Turkije.
Over drie uur zitten ze daar. Het is zonde tijd te verliezen met omkleden.