- Is er iets, Else? Volgens mij is er iets.
- Nein, Peter, er is niets. Ik habe vannacht niet gut geschlafen. Enge traum. Es war schrecklich.
- Hè, wat naar voor je. Waar ging je droom over?
- Weet ik niet mehr. Ik kan me meine Träume niemals erinneren.
- Maar het was eng. Dat weet je wèl.
- Es war unheimlich.
- Kwam ik erin voor, Elsemaus?
- Du? Eh... ich glaube... ja...
- En deed ik naar tegen je, lieve Elsemaus? Nee toch?
- Er waren ook andere Männer.... meer weiss ik nicht.
- En waar waren we? Wat deden we? Wilden de mannen je kwaad doen? Ben ik voor je in de bres gesprongen? Hebben we gevochten?
- Du fechten? Nicht soviele Fragen, Peter. Es war eng. Mehr sag' ich nicht.
- Maar je bent overstuur. Misschien helpt het als we erover praten.
- Ich wil er nicht over praten, Peter. Bitte!
- Hoe zagen de enge mannen eruit, Else? Ik moet het weten.
- Ze waren glaub' ich ganz nackt.
- Naakt? En was ik ook...
- Ja, Peter, du warst auch ganz nackt. Mehr kan ich mich nicht erinneren.
- Hè jakkie. Wat naar. En wat deed ik precies, Else?
- Stop!! Um Gottes willen! Aufhören, Peter!
- Niet boos worden, Elsemaus. Ik wil je alleen maar helpen.
- Hou dan deine Maul, ja?
- Goed, goed.. ik zeg al niets meer.
GOEDE RELATIETIP
Als uw partner zegt eng gedroomd te hebben, maar zich niet kan herinneren wat of hoe, vraag dan nimmer door!
Zeg: 'Wat vervelend voor je.'
En hou het daarbij.