Wachten is werk. Ook als de wachttijd slapend wordt doorgebracht.
Het Europees Hof van Justitie heeft in feite onderscheid aangebracht tussen slapen op het werk en slapen in de vrije tijd.
In het laatste geval slaapt de werknemer in zijn eigen bed en wachtend slapen doet men in een bed in ziekenhuis, verpleeghuis, of brandweerkazerne.
Ik herinner me de wachttijd in militaire dienst. Twee uur op, twee uur af - dat wil zeggen dat je van één tot drie uur in de nacht knikkebollend op wacht stond op een tochtige uithoek van het kazerneterrein, vervolgens kreeg je twee uur de gelegenheid om te slapen in het wachtlokaal, waarbij je volledig aangekleed en bepakt op een houten plankier moest liggen, zodat je binnen tien seconden weer paraat kon zijn. Van slapen kwam dus nagenoeg niets terecht.
Kijk, dat noem ik wachtend slapen.
Daarom moeten de bedden van de wachtende werknemers niet al te best zijn. Stalen britsen, zonder matrassen, lakens en kussens. Een paardendeken tegen de kou. Een toiletemmer in de hoek van het onverwarmde lokaal.
Geld verdienen met een lekker potje knorren is er niet bij!