|
1.
- Met Juul.
- Ha, Juul, met Etta. Hoi. Zeg, even over morgen. Heb jij je surprise al klaar?
- Ja, mèt gedicht. Goed, hè? Zo vroeg ben ik nog nooit geweest.
- Goed zeg. Maar nou is er iets vervelends: Gerard is z'n lootje kwijt. We hebben het hele huis omgekeerd - geen lootje.
- Jee. Dus één van ons tienen krijgt geen surprise.
- En geen gedicht en geen cadeau.
- Nou ja. We zijn met volwassenen onder elkaar... dat moet die ene die niks krijgt toch wel kunnen hebben?
- Denk je? Gerard zit er zelf vreselijk mee in z'n maag.
- Ach joh, wat geeft 't. We deden toch voor de lol maar weer 's aan Sinterklaas?
2. - Met Juul.
- Hoi Juul, met Etta weer. Zeg, ik hoor net van Miranda dat ook Joris z'n lootje kwijt is. Nou ja, Miranda heeft het wel gevonden, maar er stond niks op - het zat in de borstzak van zijn overhemd en het is mee de was ingegaan.
- Je meent 't. En dat is niet alles: Odette belde net dat ook Cees z'n lootje kwijt is. Hij had bij het trekken van de lootjes de naam gelezen en het lootje meteen weggegooid. Maar nou kan hij zich de naam niet meer herinneren.
- Kortom: morgen krijgen drie van de tien aanwezigen geen cadeautje met gedicht plus surprise.
- Goh, dat is behoorlijk lullig.
- Ja en daarom dachten Gerard en ik: als we nou 's besluiten dat we geen surprises doen. Als er nou kleine kinderen bij waren...
- En wel cadeaus dus?
- Nou... drie van ons krijgen dan dus geen cadeau. Maar als we de cadeaus ook weg zouden laten, krijgen we geen pijnlijke toestanden.
- Mooie boel! Dat is toch wel bijzonder kwalijk voor degenen die wel een cadeau en een surprise klaar hebben? Al hun moeite en gezwoeg voor niks.
- Dat valt wel mee, hoor. Ik heb ook al even met de anderen gebeld: die waren ook nog niet klaar, dus ze vonden het allemaal een prima idee. Geen gedichten, cadeaus en surprises, maar gewoon gezellig bij elkaar komen...
- Het komt er dus op neer dat ik de enige ben die een cadeau met surprise en gedicht klaar heeft.
- In feite wel. Voor één - jij dus - is het vervelend, in plaats van dat er drie met sippe gezichten zitten. We moeten volgend jaar misschien wat later lootjes trekken, niet twee maanden van tevoren. Nou, dan ben jij nu al klaar voor volgend jaar, moet je maar denken.
- O ja? En wie zegt dat ik dan weer Gerard trek?
- O, jij had Gerard? Eh... ja, dat is heel erg klote. Weet je wat? Ik zeg tegen Gerard dat'ie voor jou voor een cadeau met surprise en gedicht moet zorgen en dan zijn jullie de twee enigen die elkaar wat geven. Symbolisch als het ware. Krijgt de avond toch nog iets Sinterklazerigs.
3. - Met Juul.
- Dag Juul, met Gerard. Zeg, ik hoor net van Etta dat ik iets voor jou moet kopen. Heb jij misschien een verlanglijstje?
|