In de tien jaar dat mijn opa bij ons in de voorkamer woonde, bracht hij alle dagen door in zijn grote stoel op wielen. Een indrukwekkende stoel. Iedere middag leunde mijn opa met zijn hoofd tegen een van de zijsteunen voor een dutje.
(Als hij wakker werd, riep hij hard naar ons, elders in het huis: ?Deeje! Deeeje!?
Dan moest de koptelefoon op zijn hoofd geplaatst, voor een lezing, een hoorspel of de knipcursus.)
Mijn vader had de stoel gekocht op een veiling. Er werd toen bij gezegd dat de grote socialistische voorman Pieter Jelles Troelstra er zijn laatste jaren in had gesleten.
We wisten niet of het waar was, maar het was een interessant verhaal, dat we graag doorvertelden aan de visite. ?Weet u van wie die stoel is geweest??
Niet zo lang geleden vond ik op een boekenmarkt een boekje met een foto van Troelstra in zijn stoel, vlak voor zijn dood in 1930. En verdomd, het zou de stoel van mijn opa kunnen zijn.
Nee, ik weet het zeker. Mijn opa zat in een beroemde stoel.
Of laat ik het anders zeggen: Pieter Jelles Troelstra heeft in de stoel van mijn opa gezeten.