'Ruim 50 minuten kwijlen...?, mailde Johannes van Blue Note, de jazzwinkel in de Amsterdamse Gravenstraat.
Hij berichtte een exemplaar voor me klaar te hebben liggen van DE jazzsensatie van het jaar: een onbekende concertopname van het Thelonious Monk Quartet met John Coltrane uit 1957.
Ik had mijn jas al aan, ?sprong in de trein? naar Amsterdam, kwam buiten adem in de Gravenstraat aan, waar Johannes mij breedlachend in de deuropening stond op te wachten.
Hoe moeten we de betekenis van het nieuws adequaat overbrengen op niet-jazzliefhebbers?
In de cantorij van Bremen is een onbekende cantate gevonden van Johann Sebastian Bach.
Op de zolder van een antiquariaat in Ludwigshaven werd een verloren gewaande sonate van Ludwig von Beethoven aangetroffen.
Een pianostemmer in Milaan heeft onbekende repetitieopnamen vrijgegeven van Maria Callas.
In februari van dit jaar rommelt Larry Appelbaum, functionaris van de Library of Congress in Washington, in een stapel oude acetaatbanden en vindt een doos waarop staat genoteerd:
?T. Monk?.
Tijdens het afluisteren krijgt Appelbaum bijna een hartaanval - hier zijn Monk en Coltrane in topvorm aan het werk!
De opnamen van een concert in Carnegie Hall, op 29 november 1957 gemaakt door het radiostation The Voice of America, klinken technisch briljant.
Van de negen maanden durende samenwerking in 1957 tussen Monk en Coltrane was slechts een gebrekkige opname overgebleven, gemaakt in club The Five Spot.
De jazzgeschiedenis heeft er met de vondst van de vijftig jaar oude banden een hoogtepunt bijgekregen.