|
- Dag meneer, mag ik u iets vragen?
- Jazeker.
- Weet u waar het Publieke Debat is?
- Het debat... Zou dat hier ergens in de buurt zijn?
- Ik dacht het. Er werd een Publiek Debat gevoerd, las ik ergens. In het hele land. Dus toen dacht ik: daar wil ik best aan deelnemen, aan het Publieke Debat. Lijkt me wel wat, een goed Publiek Debat. Misschien dat ik een steentje kan bijdragen aan het Publieke Debat.
- Nou... Er is hier weinig publiek zoals u ziet...
- Het is hier uitgestorven. Vond ik al zo gek. Toen zag ik u lopen, toen dacht ik, ik zal het even vragen...
- Natuurlijk. Victor! Victor!! Hierrrrr!
- Maar u weet het ook niet.
- Nee. Misschien moet u meer in het centrum zijn, op de Grote Markt. Daar is meer publiek en misschien dat er ook wel een debat wordt gehouden.
- Zou kunnen. Maar eh... Hebt u geen zin met mij een debat te houden? Over een belangrijk onderwerp uiteraard?
- Nee, dank u. Sorry, ik moet er vandoor. Viktor! Kom ?s hier!! Viktorrrrr!!!
- Dan ga ik ook maar ?s op huis aan. Nee, dat komt: ik zat thuis - ik woon alleen, zeg maar - en toen las ik in de krant over het Publieke Debat en toen dacht ik: ja, gezellig.
- Dag meneer, goedenavond.
- Goedenavond.
|