Als het onderwerp 'publieke omroep' in het nieuws is, ga ik er voor zitten.
Ik durf mij geïnteresseerd, ja, betrokken te noemen.
Maar ik begrijp er steeds minder van.
Gisteren werd Medy van der Laan in NOVA geïnterviewd over haar wetsvoorstel voor de Publieke Omroep. Ze heeft geprobeerd de golf van nationale kritiek op een eerdere versie van haar plan te bezweren - populaire NPS-programma's worden nu ondergebracht bij de NOS.
'Als we spreken over de Publieke Omroep, dan moeten we het hebben over de NOS. Dat is voortaan de Publieke Omroep.'
Had ik even niet opgelet? Wat nu weer?
De NOS bepaalt de programmering en inhoud van de publieke zenders?
De omroepverenigingen - en dat wisten we al - moeten de helft van hun budget inleveren en mogen uitsluitend programma's maken met als onderwerp 'opinie en maatschappelijk debat', die aansluiten op 'wat onder de leden leeft'.
Plannen voor kunst- en cultuurprogramma's mogen wel worden ingediend, maar ondervinden dan concurrentie van commerciële producenten.
Medy van der Laan presenteerde het voorstel als de simpelheid zelve. Voor haar is de Nieuwe Publieke Omroep zo klaar als een klontje.
Alleen voor de betrokkenen wordt de mist dikker en de warboel groter.
Voor alle duidelijkheid nog maar eens: ik ben niet tegen verandering, maar voor helderheid.
Geef een jonge programmamaker met frisse ideeën dit wetsvoorstel te lezen en hij zal maken dat hij wegkomt.
Want om een programma te maken en uit te zenden heb je deze onnodig ingewikkelde, bureaucratische, uit achterkamertjespolitiek geboren onzin allang niet meer nodig.