(nummer intikken, telefoon gaat over)
- Met De Bie.
- Dag oom Henk, met Wim. Zoekt u de poes?
- De poes ligt in het zeedons! (gelach)
- Ik bel even om te melden dat ik gisteren in Den Haag ben geweest, in het Museon.
- Het Museon... ken ik dat?
- Nee, het is van na uw tijd. Het Onderwijsmuseum, maar dan heel uitgebreid. Op dit moment is er een tentoonstelling van voorwerpen die zijn opgegraven in het duingebied ten Zuidwesten van Kijkduin.
- Ons gebied dus. Daar weet ik niets van. Dat hebben ze mij niet gevraagd.
- Mij ook niet. Vandaar dat ik ben gaan inspecteren en ik kan melden dat we onze toestemming zeker kunnen verlenen.
- Akkoord. Wat is er te zien?
- Urnen, lanspunten, schilden, foto's, een videofilm van de opgravingen. Alles stamt uit de 6e-7e eeuw na Christus.
- Ah! De Merovingische periode, de vroege middeleeuwen..
- Hebt u wel eens voorwerpen uit die tijd opgegraven?
- Nee, ik beperkte me tot de Romeinen.
- U zei altijd: je hoeft bij Ockenburg maar een schop in de grond te steken en je zit bij de Romeinen.
- Dat is zo. Ik heb heel wat potscherven en munten naar boven gehaald. Maar ik hield me in.
- Ik weet dat u in uw fietstassen, behalve dobbers en haken om in zee te vissen en een pakje brood voor onderweg, altijd een paar Romeinse scherven vervoerde.
- Klopt. Toen ik naar Delft verhuisde heb ik al die Romeinse spullen overigens weer bij Ockenburg in de grond gestopt. Ik vond niet dat ik de rechtmatige eigenaar was.
- Vanwege het mooie weer was ik in het museum de enige bezoeker!
- Nee, daar had ik voor gezorgd. Ik had opdracht gegeven slechts 1 bezoeker toe te laten. (gelach)
- Daarna ben ik nog even door ons gebied gegaan, door de duinen naar Monster. Raar toch dat ik die kuststrook steeds meer als 'van ons' ga zien. Beetje eng ook wel.
- Dat deden je vader en ik al toen we daar rondtrokken. Dat we van de Cananefaten afstammen wisten we zeker. O, kon ik er nog maar 's op de fiets doorheen. Maar ja, dat wil niet meer.
- Dag oom Henk. Ik meld me voor een volgend verslag.
Als mijn oom Henk nu nog leefde, zou hij 103 jaar zijn.
Ik moest gistermiddag heel sterk aan hem denken.