(opklikbaar) |
|
- O, we genieten zo! De ruimte, de rust... Zó hoort Nederland eruit te zien. De grote vakantie is voor ons één grote reis naar het verleden. Zo heerlijk leeg zag het land er in 1950 uit.
- Maar we leven wel in het hier en nu, Mart.
- Maar mogen wij daar in de vakantie even aan ontsnappen? Alles daalt terug in de juiste proporties. Minder mensen, minder verkeer... je ziet nu pas hoe Nederland is bedoeld, zal ik maar zeggen.
- Ook wel een beetje saai, zo leeg.
- Heerlijk! Hoeveel mensen zijn met vakantie naar het buitenland? Drie, vier miljoen? Nou, laat ze wegblijven!
- Toe, Mart, dat meen je niet.
- Jazeker wel. Ze moesten toch zo nodig weg? Nederland was ze toch niet goed genoeg? Nou, laat ze daar blijven. Opgesodemieterd! Excusez le mot.
- Maar onze kinderen dan, de kleinkinderen... mogen die wel terug?
- Af en toe, ja. Laân we zeggen: eens in de drie weken voor een weekendje. En dan weer terug naar hun ?heerlijke huisje? in de campenado, of hoe noemen ze dat daar.
|