|
(klop klop klop) - Ja, binnen. Ah, De Kwaadste.
- Dag meneer Rondbok, ik wens u een goedemorgen zeg maar.
- Hoelang werk jij nu al hier op de zaak, De Kwaadste?
- Nou, dat is alweer zeg maar zo'n zesendertig jaar, meneer Rondbok. Ik ben nog begonnen bij de oude meneer Rimpelaar, één van uw voorgangers zeg maar.
- Zesendertig jaar... dat is lang, De Kwaadste, dat is heel lang.
- Bedoelt u zeg maar TE lang?
- Beetje wel, De Kwaadste. Kijk, vergeleken met zesendertig jaar geleden leven we nu in een nieuwe tijd.
- Zeg maar een nieuwe eeuw!
- Ook dat. En een nieuwe tijd vraagt nieuwe regels. En één van die nieuwe regels luidt, dat we per 1 januari 2007 hier op de zaak nooit meer de woorden zeg maar zouden gebruiken.
- Ai! Dat was ik even vergeten zeg maar.
- En iedereen houdt zich aan die nieuwe huisregel, behalve...
- Eh... ik zei de gek zeg maar.
- ...meneer De Kwaadste. Die tot gek wordens toe aan elke zin dat verdomde zeg maar blijft toevoegen. Dat ergert ons mateloos, De Kwaadste.
- Ja, ik vind het zelf ook zeg maar erg, maar ik kom er niet vanaf. Ik heb een cursus gevolgd, zeg maar een ontwenningskuur, maar het heeft niet geholpen. Zeg maar integendeel.
- Dus zit er niets anders op dan dat ik tegen meneer De Kwaadste zeg: het ga je goed, De Kwaadste.
- U bedoelt... dat ik zeg maar word ontslagen?
- Nou en of, De Kwaadste. Zegmaarzeggen wordt in het nieuwe ontslagrecht een prima reden je eruit te knikkeren.
- Nieuw? We gaan terug naar zeg maar negentienhonderd!
- Dag, De Kwaadste.
- Dag meneer Rondbok. Misschien mag ik mijn collega's nog even gedag zeggen? Een afscheidsrondje zeg maar?
- Eruit, De Kwaadste! Nu!
|