Beste mensen,
Misschien is dit de laatste aflevering van deze rubriek, want ik heb een gadget gevonden dat meer is dan een speeltje: een levensbestemming.
Zelf heb ik er nooit in gereden. Ik heb een stepje gehad (niet eens op luchtbanden!), een driewielertje, maar een trapauto... Mijn vader en moeder, die zichzelf geen auto konden permitteren, zouden me zien aankomen!
Als we bij oom Joel en tantje Tetje op visite gingen in de betere Dierenwijk, zag ik wel eens hun buurjongetje in een trapauto voorbijsjezen op de Zebralaan, maar hoe ik ook zeurde en jengelde, ik mocht er zelf geen meter mee rijden.
En je groeit en groeit en er komt een dag dat je beseft: ik ben definitief te groot gegroeid voor een trapauto.
Nu heb ik op het net een Amerikaanse firma ontdekt die trapauto?s levert... te mooi om mee te rijden. En toen rees bij mij een plan!
Het is misschien stom om het idee al prijs te geven, maar ik zoek sponsors, dus ik waag het erop.
Het Eerste Nederlandse Trapauto Museum.
Ik heb de firma een mail gestuurd, waarin ik een deal met gesloten beurzen voorsta, die ze niet kunnen negeren.
Mijn museum opent de markt voor de Amerikaanse trapauto.
Zij sturen mij al hun productiemodellen (wel honderd!) - ik zoek een gretige gemeente, een gebouw, het personeel, de sponsors, de publiciteit enzovoorts and so on.
Toen ik mijn oude moeder vertelde dat ik museumdirecteur werd, huilde ze van blijdschap. Ze heeft zich al zo lang zorgen gemaakt om wat er van mij moest worden.
Ik heb haar de naam van het museum niet genoemd, ze zou het nog niet begrijpen, maar bij de opening (door Willem Alexander? lijkt me een echte trapautoman) zit ze op de eerste rij!
Ik ga nu de stad in om een kostuum te kopen. Ik hou jullie op de hoogte!
Driek, directeur Trapautomuseum under construction