|
- Heeft het gesmaakt, mevrouw, meneer? Fijn. En hier is de dessertkaart en ik kom zo bij u terug.
- Dank u wel, ober.
- Ik heb helemaal geen trek meer.
- O, ze hebben Crème Caramel. Mmmm.
- Nou, dan neem jij toch een Crème Caramel.
- Wat neem jij dan?
- Niets, ik kan geen pap meer zeggen. Zal ik de ober roepen? Dan kunnen we gauw weg.
- Hè, wat ongezellig. Neem jij dan ook een Crème Caramel.
- Nee, echt niet. Maar neem gerust.
- Dan vraag ik er twee lepels bij.
- Nee, alsjeblieft! Dat vind ik zoiets goedkoops, met twee lepels in één toetje zitten roeren. Zoiets armoedzaaierigs... Niet doen, hoor, twee lepels vragen!
- Ach, welnee, wat kan ?t nou schelen. Vroeger at ik altijd één heel menu met twee bestekken. En het dessert met twee lepels. ?t Heeft wel iets romantisch, vind ik.
- Toen je nog met Rik was zeker. Dat zeg ik: iets armoedzaaierigs heeft ?t, met twee lepels één dessert eten.
- O, Rik kon best twee desserts betalen, hoor. Maar ?t was geen grote eter. Dus vroeg?ie altijd om twee lepels. Zat ?ie helemaal niet mee.
- Ik hou er nou eenmaal niet van.
- Denk jij dat iedereen kijkt als wij één toetje eten met twee lepels? Denk jij dat alle aanwezigen in dit restaurant denken: goh, wat zit daar een loser met twee lepels en één Crème Caramel?
- Ik vind dit niet het restaurant waar je zoiets kunt doen. Dit is een zaak met één ster, schat.
- Nou en? Wij maken hier toch de dienst uit? Doe toch niet zo schijterig, man!
- O, bedankt, gaan we ?s gezellig uit eten... Als je het maar laat, twee lepels vragen!
- Wat is er nou mooier dan met z?n tweetjes één dessert delen.
- Ah, daar is de ober. Bestel nu maar gauw je Crème Caramel.
- Hebben mevrouw en meneer al een keus kunnen maken?
- Ja, ober, we willen graag één Crème Caramel.
- Eén Crème Caramel voor mevrouw. En misschien mag ik meneer namens de directie een gratis extra lepel aanbieden?
|