Er gebeurde iets eigenaardigs toen Jochem gisteravond achter zijn computer zat en via internet een paar vakantiefoto?s naar een digitale ontwikkelcentrale wilde sturen.
Van de spectaculaire Griekse zonsondergangen wilde hij grote afdrukken laten maken voor aan de wanden in zijn slaapkamer.
In het midden van de monitor verscheen een klein schermpje, dat hem meedeelde dat de computer opnieuw gestart moest worden en dat Jochem daar zestig seconden de tijd voor kreeg.
Een tijdsaanduiding was met aftellen begonnen: 51... 50... 49...
Dit was duidelijk een waarschuwing die niet in de wind geslagen mocht worden, dus haastte Jochem zich de foto?s weer in hun folder te plaatsen.
03... 02... 01... De computer ging uit en startte weer op.
Maar toen Jochem opnieuw het net opging en naar de fotozaak op zoek was, plopte het alarmschermpje weer te voorschijn. En weer moest Jochem zijn foto?s binnen zestig seconden opgeborgen hebben, anders zou hij ze nooit meer terugzien, dreigde het schermpje.
Hè, vervelend, wat was dat nu weer voor rare storing.
Jochems verzuchting werd een regelrechte verwensing, toen hij voor de zesde keer het rottige pestpokkenschermpje voor zijn neus kreeg en de computer weer aan en uit moest.
Halfelf. Zou hij de buurman, die hem al zo vaak had geholpen met technische computerproblemen, nog kunnen storen?
Hij waagde het erop en toen hij zijn probleem telefonisch aan buurman had uitgelegd, hoorde hij aan diens bezorgde stem dat het hommeles was.
?Oei oei, buurman,? zei de buurman, ?ik vrees dat dit helemáál niet goed zit. Dit lijkt verdacht veel op de Blasterworm...! Heb je wel in het Journaal gezien, neem ik aan? LoveSan, heet het ook wel.?
?Bedoel je, dat ik dat nieuwe virus in mijn computer heb? Van die aanval? Dat op zestien augustus wereldwijd Microsoft wordt aangevallen??
?Ik vrees van wel,? zei de buurman, ?en begrijp je het geintje? Er is wel een programmaatje beschikbaar om de worm op te sporen en te vernietigen, maar je hebt maar zestig seconden om het te downloaden. En dat is te kort. Het is weer een of ander zestienjarig hackend Koreaantje dat denkt leuk te wezen?, knorde de buurman.
(?Of een zestienjarige Groninger,? dacht Jochem politiek correct.)
Het was nu te laat, maar de buurman zou morgen eens gaan kijken wat ertegen te doen was.
?Als mijn computer niet is geïnfecteerd, kan ik het beveiligingsprogrammaatje op CD zetten en bij jou installeren.?
Het duurde lang voor Jochem de slaap kon vatten.
Er zat een worm in zijn computer. Een vies idee. Maar, moest Jochem toegeven, ook wel opwindend. Hij was onderdeel van het wereldnieuws geworden. Misschien misplaatst, maar Jochem kreeg er zelfs een trots gevoel van.
En hij bedacht, dat hij met zijn verhaal morgen op veel aandacht kon rekenen als hij het achteloos op de zaak zou laten vallen.
?Hebben jullie gelezen over LoveSan??
?Nee??
?Dat nieuwe virus, die worm... Heb ik in m?n computer. Vanavond wordt?ie eruit gehaald!?
?Jeetje, Jochem, wat vertel je ons nou? Hoe ziet de worm eruit? Hoe ben je eraan gekomen??
Maar tegen drieën in de nacht was alle trots verdwenen. De worm had zich ook in zijn hoofd genesteld, waar hij met grote gretigheid al zijn geheugenbestanden aan het opvreten was.
Badend in het zweet schrok hij wakker.