Mooie avond, gisteren in Bergen. Een bomvolle bibliotheekzaal luisterde naar de 110 jaar oude, nog springlevende gedichten van Herman Gorter.
Enno Endt, de man die ALLES weet van Herman Gorter, de Gorteriaan Bij Uitstek, gaf commentaar. Dichteres Elly de Waard wees op het belang van Gorters werk voor de hedendaagse poëzie.
In Bergen, constateerde ik enkele uren eerder, is het zomerseizoen aarzelend begonnen. Volle, maar nog overdekte terrassen. Housegestamp uit een pizzeria. Een gigantische bouwput, die de combinatie Dure Appartementen-Supermarkt-Parkeergarage belooft.
In de straat achter de Ruïnekerk, ongeschonden Bergen, zag ik A. Roland Holst uit de Eerste Bergensche Boekhandel komen en met bedaarde pas naar zijn stamcafé wandelen. Zou ik hem aanspreken en attenderen op de avond over zijn vriend Gorter? Durfde ik niet.
Nog gauw even naar zee. En in de duinen tussen Bergen en Bergen aan Zee zag ik hem.
In de vallende avond, zomerse strooien hoed op, vrolijk zwaaiend met zijn wandelstok. Herman Gorter, die een avondwandeling maakte vanuit zijn eenzame huis in de Verbrande Pan vallei. Hij neuriede zachtjes. Voor geen goud zou ik hem willen storen.