Ja, dames en heren, ik ben vandaag op het Lowlandsfestival geweest.
Is dat zo bijzonder?
Nou, voor iemand die keer op keer beweert dat mensenmassa?s hem zo benauwen, die zegt doodsbang te zijn voor veel mensen bij elkaar en die graag koketteert met zijn kluizenaarschap - voor zo iemand is een festival bezoeken waar 50.000 mensen vrij rondlopen, een hele stap.
Nu genoot ik wel een bijzondere bescherming.
Ik kreeg aan de ingang van het festivalterrein, na vertoon van een uitnodigingsbrief, namelijk een groen polsbandje uitgereikt. Ik mocht mij backstage begeven!
Nooit eerder was mij dit voorrecht ten deel gevallen.
Backstage! Het is er zoals je het je droomt. Leuke, interessante, mooie mensen. Lekker eten en drinken, zoveel als je maar blieft. Goede stoelen en ligbanken. Overal palmen en klaterende fonteintjes.
Maar na een bezoekje aan de backstagemassagesalon werd ik overmoedig.
?Je moet toch ook even het festivalterrein op. Ander kun je morgen niet beweren dat je op Lowlands bent geweest?, hield ik me voor.
Ik waagde mij buiten de backstage-omheining. Ik slenterde wat rond en het ging prima. Het was waar: overal hing de ?rielekste sfeer? die mij was beloofd.
Tot ik op het grote grasveld iets merkwaardigs zag. Verbaasd bleef ik staan.
Twee oudere mannen waren bezig zich van hun kleding te ontdoen. Alleen hun onderbroeken hielden ze aan, waarover ze een ultrakort rood, respectievelijk zwart tutuutje schoven.
O jee. Gaan we grappig doen?
De mannen begonnen aan hun nummer.
Het door hen beoefende genre laat zich omschrijven als ?agressieve clownerie?. Stak bijvoorbeeld een argeloze festivalbezoeker het grasveld over, dan gingen de twee bijna naakte, kortgerokte mannen, pal achter zo iemand aanlopen waarbij zijn loopje en al zijn bewegingen werden nagedaan. Overbekend van een vreselijke reclamespot.
Of ze gingen ter weerszijden van een op het grasveld liggende, uitrustende bezoeker staan, bukten zich diep, sloegen de rokjes op, zodat hun grote konten bijna in de neus van de dutter drukten, die wakker schrok, waarbij een gil nauwelijks kon worden onderdrukt.
Dat soort humor.
Achter de rug van een toeschouwer maakte ik een heimelijke foto - voor Bieslog wilde ik er een afkeurend stukje bij schrijven.
Waarna ik zo onopvallend mogelijk wegwandelde.
Tot ik voetstappen achter me hoorde. Ik draaide me om en de nachtmerrie was compleet. Ik werd op de voet gevolgd door de naakte mannen in de korte rokjes, die fotografeergebaren maakten. En zij oogstten groot succes: het publiek lachte luidkeels.
Ik zette het op een lopen - de mannen hielden me moeiteloos bij.
Kennelijk loop ik heel gek hard, met maaiende armen en wapperende benen, want het bulderend gelach zwol aan. Ik durf niet beweren dat alle 50.000 bezoekers hardop schaterden, maar een paar duizend waren het er zeker wel.
Ik versnelde mijn spurt. Met een laatste krachtsinspanning rende ik langs de omheining, vond een deur die naar backstage leidde, toonde mijn groene polsbandje aan de bewaker, die de situatie begreep, mij snel door het gat naar binnen trok en de deur meteen weer dichtgooide, waardoor de twee grapjassen er tegenaan bonkten.
Ik heb backstage een half uur zitten bijkomen en nu gaat het wel weer.
Maar vannacht zullen de naakte clowns mij tot in de kleine uurtjes achternazitten.