Op een inspectietocht door het bos vonden we vanmorgen, op nog geen twintig minuten fietsen van het redactielokaal, een gave ruime hut.
Een diep uitgegraven hol, afgedekt met planken en gecamoufleerd met boomstammetjes en dennengroen - geen kwajongenswerk.
We lieten ons in de opening zakken en verkeerden twee uur ondergronds.
In het interieur troffen we geen bezittingen aan van een eventuele vaste bewoner. Derhalve verklaarden we ons tot medegebruiker en voegden de hut toe aan Het Huttendossier (zie linkerbalk).
We realiseerden ons nog eens wat een geweldige erebaan we op onze schouders hebben genomen.
Dat je als Inspecteur-generaal van het Nationale Huttenbestand op een doordeweekse dag zomaar een paar uur in een perfecte hut mag zitten te zitten!