Na het beklimmen van de duintop een grijnslach. De horizon. Wijd open. Vrij.
Lopen langs de lijn die komt en gaat. Zachte bruis in de oren. Dobberende meeuwen die me gedogen.
Wat ligt daar voor grote witte doos?
Een ijskast? Hoog op het strand geworpen in de storm van vannacht?
Een ijskast met gaten. Onontkoombare conclusie: kogelgaten!
Daar zijn de beelden weer. Een schip, een overval. Piraten? De entering van een drugstransport?
Schieten. In de reddingboten!
De wind probeert van de ijskast duin te maken. Zand erover.
Doorlopen.
Pas na een kilometer is het hoofd weer zo leeg als het strand, de zee en de blauwe, stralende lucht erboven.