Boodschappen doen in de supermarkt bleef een moeilijke opgave.
Het uitstallen van je bullen op de lopende band bij de kassa, onder de ogen van wildvreemden - meneer Foppe hield er niet van.
Eenmaal per jaar werd de expeditie zelfs bijna onmogelijk te volbrengen.
Nieuw toiletpapier.
Gezien worden met een pak toiletpapier.
Waarom vond meneer Foppe het zo gênant een pak rollen op de band te plaatsen, dat het zweet, onder zijn pet uit, langs zijn gezicht liep?
Hoe hij zich ook probeerde gerust te stellen door voortdurend te prevelen - ?het is toch heel gewoon, iedereen heeft wc-papier nodig? - het hielp allemaal niks. Met zo?n pak liep je compleet voor gek.
En het ergste was, dat je een groot pak met twaalf rollen niet in je boodschappentas kon bergen - je moest er open en bloot mee over straat.
Ja, je kon een pakje van drie rollen kopen, maar dan herhaalde de nachtmerrie zich om de drie maanden.
Met een groot pak kon meneer Foppe een jaar toe.
Hij had het zorgvuldig berekend. Iedere rol - het stond op de zak - bevatte 200 vel; als hij tussen de 6 à 7 velletjes per dag gebruikte, deed hij 1 maand over 1 rol.
Als hij aan zijn laatste rol toe was, stelde hij zich op rantsoen (2 velletjes per dag), maar het verschrikkelijke moment kwam onherroepelijk, als hij het laatste, 2400-ste velletje van de 12e kartonnen binnenrol scheurde.
Een paar jaar geleden werden de openingstijden van de supermarkten verruimd. Een geluk bij een ongeluk.
Als meneer Foppe het grote pak in november kocht, ?s avonds om zeven uur, was het buiten donker en werd de tocht naar huis, met de boodschappentas in de ene hand en het pak wc-papier in de andere, iets minder zwaar.