Ik moest er dringend uit. Naar de grootstad. Mensen spreken.
Binnen een half uur liep ik door Amsterdam. Tussen de duizenden toeristen, want het seizoen woedt al op volle kracht.
Ik liep café De L. binnen, in de hoop bekenden te treffen. Ze waren er, of vers terug van vakantie, of met de tickets in de binnenzak. Een terugkomer stroopte een broekspijp op, om de egaliteit van het bruin te showen. ?Ben je al geweest, of ga je nog?? het zal de komende weken de openingsvraag van elk gesprek worden.
?En??, vroeg ik aan Johannes van Dam, ?ben je al geweest of ga je nog??
?Nee! Ik ga nooit met vakantie!? er klonk afschuw in zijn stem, ?Ik moet er niet aan denken! In de afgelopen vijfentwintig jaar ben ik één keer geweest. Dik genoeg!?
Johannes van Dam is, wat men in Engeland een ?foodwriter? noemt. En de restaurantcriticus van het Parool. Bewonderd en gevreesd om zijn deskundige, messcherpe oordelen over de hoofdstedelijke restaurants.
?Als je vakantie nodig hebt,? legt Van Dam uit, ?heb je je energie verkeerd gebruikt. Ik neem iedere dag één uur vakantie. Ik voel dat intuïtief aan: nu moet ik even stoppen met schrijven of denken. Eén uurtje niks. Ik plan het niet, maar ik denk dat ik ieder zevende uur een sabbat-uur inlas. Dan kan ik weer voort.
Ik werk om de duivel van het oorkussen te houden. Ik voel me verwant aan de boeren, die ook niet met vakantie gaan. En ik werk op zondag. Juist lekker rustig, zonder telefoon.
Van vakantie worden de hersenen als blubber, je IQ zakt er dertig punten van.?
Johannes van Dam gaat met zijn twee wekelijkse stukken in Het Parool gewoon door.
Opgemonterd verliet ik het café. Ik had een gelijkgestemde ontmoet. Met versnelde pas baande ik me een weg door de vakantiestroom. Op de Dam kon ik een man met een grote rode sjerp om de borst maar net ontwijken. ?Mag ik even een praatje met u houden??, vroeg hij met een te opgewekte grijns om de mond. Op de sjerp stond: Bidden helpt!