Op tv had ik een scène gezien en een interview met de regisseur (in Stardust) en ik dacht toen: die film MOET ik gaan zien.
Wekenlang kom je hem tegen in de bioscoopladder in de krant en - labbekak - je gaat niet en de film is weg.
En kijk, dan valt op het station je oog op een aangeplakt programma van het plaatselijke filmhuis: zondagavond Hundstage van de Oostenrijkse regisseur Ulrich Seidl.
Goeie projectie, stoel, en geluid, veel plaats - leve het filmhuis!
Twee uur aan de stoel genageld. Een inktzwarte, verontrustende fictieve semi-documentaire, gewelddadig, een het-komt-nooit-meer-goed-gevoelmovie, maar zo dat je een glimlach vaak niet kunt onderdrukken. Meesterlijk gespeeld, met voornamelijk amateurs in de hoofdrollen. Heeft Arjen Ederveen deze film al gezien?
Ulrich Seidl:
?Drie dingen stonden voor mij vast toen ik aan de film begon: de hitte (dertig plús), de plaats van handeling (de asgrauwe Weense buitenwijken, gedomineerd door asfalt en megamarkten), en de tijd waarin alles zich afspeelt: het weekend. Want in het weekend vinden de meeste zelfmoorden plaats, net als de meeste echtelijke ruzies. Als mensen niet werken vallen de sociale restricties weg, weten ze niet meer wat ze moeten doen en komen de frustraties boven.??
Wat worden er in Nederland toch brave films gemaakt.
In het filmhuisprogramma zag ik nog minstens drie filmtitels die ik moet ?inhalen?.