Vanmorgen zat de hoofdredacteur met een muziekje op, zacht meeneuriënd voor zijn beeldscherm een tekst te tikken, toen de vredige werksfeer ?ruw werd verstoord?.
Alle apparaten floepten uit.
Eerste gedachte: kortsluiting. Tweede gedachte: niet waarschijnlijk. Want behalve computer, bureaulamp en radio stonden geen apparaten aan.
Een snelle gang naar de meterkast leerde, dat alle schakelaars hun plicht deden.
Derde gedachte: een stroomstoring.
Nee, nee, nee!
Ik moet bij het noteren van zo?n voorvalletje wel een zekere eerlijkheid betrachten.
OK, vervang de eerste gedachte door de derde.
Eerste gedachte dus: stroomstoring.
Tweede gedachte: er is iets niet pluis.
Derde gedachte (beetje lacherig): aanslag?
Vierde gedachte (opkomende boosheid, gemengd met schaamte): ze hebben me gvd mooi te pakken met hun bangmakerij!
Vijfde gedachte: als er werkelijk iets ernstig is gebeurd, werken de sirenes dan op noodaggregaten?
Zesde gedachte: bij een ramp moet je naar binnen, binnen blijven en radio of tv aanzetten. O ja? Met een stroomstoring?
Zevende gedachte: de opwindradio!
Jaren geleden heb ik ?m gekocht, een derdewereldradio, die je met een slinger kunt opwinden en dan een uur speelt.
En ik kon 'm nog redelijk snel vinden ook. Even fors aanslingeren en een uitstekende FM-ontvangst galmde door het redactielokaal.
Het nieuwsbulletin van halfeen bevatte geen rampberichten en kort daarop floepten de apparaten weer aan.
De storing had een uur geduurd.
Ze zeggen dat we met de aanstaande privatisering van de elektriciteitsvoorzieningen rekening moeten houden met meer en langere storingen. (De gedachte aan een ramp, verdring ik weer.)
Mijn opwindradio hou ik voortaan onder handbereik.