Als je in Maastricht woont, mag je lid worden van een ziekenfonds in Groningen, begrijp ik.
De ?switch-mogelijkheid? vloeit voort uit de liberalisering van de ziekenfondsmarkt.
Je regelt de overstap per telefoon of computer.
De kans dat je ooit een employee van jouw zorgverzekeraar in levenden lijve zult ontmoeten, is dus zeer klein geworden.
Hoewel...
Bij verdergaande privatisering van de gezondheidszorg, komt er misschien een colporteur aan de deur met een trits goedkope ziekenfondspakketten in zijn koffer.
En zo hoort het. Jij moet niet naar een ziekenfonds op zoek, het ziekenfonds moet bij jou beleefd komen vragen of je alsjeblieft lid wilt worden.
Van oudsher komt het ziekenfonds ?naar de mensen toe?.
In Amersfoort, voor het kantoor van een verzekeringsmaatschappij, staat een beeld, waaruit gevoel voor het verleden spreekt.
De ziekenfondsman, in lange leren jas, met een geldtas om zijn nek, op een Solex.
Hij kwam (wekelijks? maandelijks?) de premie ophalen (een kwartje?); in ruil gaf hij een stempeltje af op de betaalkaart.
Bij ons kwam hij rond etenstijd. Een lange, strenge, sombere man.
?Goeieavond, saam?, zei hij altijd, ook als je in je eentje opendeed.
Hij zorgde aan tafel voor zenuwachtigheid.
?Vlug! Goeieavondsaam is aan de deur!?
?Waar is mijn portemonnee??, riep mijn moeder.
?Laat hem niet te lang wachten!?, riep mijn vader.
Goeieavondsaam incasseerde zwijgend het geld, stempelde de kaart en zei het dan nog een keer:
?Goeieavond, saam.?
Door het raam van de voorkamer zagen we hoe hij op de Solex stapte en wegreed.
Hij had ons er weer aan herinnerd dat je ziek kon worden en doodgaan.
Bedrukt aten we ons toetje.