1.
?Wanneer zien wij u weer eens op tv??
?Ik kom niet meer op tv. Ik doe nu iets op internet.?
?O ja? Wat schandalig!?
2.
?Komt u nooit meer op tv??
? Nou, voorlopig zit ik op internet.?
?O, ga ik zeker ?s kijken. We hebben op kantoor geloof ik wel zo?n ding staan. Mag mijn secretaresse u bellen? Die weet namelijk hoe het werkt.?